La piscine

La Piscine – Museum voor kunst en industrie André Diligent, geopend sinds 21 oktober 2001, is gevestigd op de locatie van het voormalige Art Deco gemeentezwembad dat, op initiatief van de burgemeester Jean-Baptiste Lebas, tussen 1927 en 1932 gebouwd werd volgens de bouwtekeningen van de Rijselse architect Albert Baert (1863-1951). Dit zwembad, dat nu op de lijst van erfgoed uit de 20e eeuw staat, bood in die tijd een hoogwaardige service op sportief en hygiënisch gebied, met een innoverende sociale manier van functioneren, dankzij een uit de arbeidersklasse afkomstig gemeenteteam dat in staat was uitzonderlijke en prestigieuze projecten te promoten.

In oktober 1932, tijdens de opening, wordt het zwembad dan ook gepresenteerd als een politiek en sociaal programma. Door de schoonheid en efficiency van deze plek kan men spreken van een theatraal rationalisme.

Het zwembad is ontworpen als een tempel van hygiëne, als antwoord op de moeilijke levensomstandigheden waar de arbeidersklasse mee te maken hadden. Het staat midden in een voormalige siertuin die voor een rijke familie uit de textielindustrie ontworpen was. Albert Baert vult de plattegrond en het decor van de voorzieningen met talrijke symbolische elementen die bijdragen aan de charme en het belang van de locatie. Het gebouw wordt, als een cisterciënzer abdij, maar in een neobyzantijnse stijl, rond een soort kloostertuin gebouwd. De grote basilicale hoofdbeuk van het bassin, verlicht door glas-in-loodramen die de opgaande en ondergaande zon symboliseren, heeft alles weg van de kapel van een abdij. De vleugels van de baden worden over twee verdiepingen verdeeld in kleine cellen die de op de tuin uitkijkende gevels ritme geven. De cafetaria of “zwemmerskantine” vindt ook zijn plekje hier, waar, als toppunt van luxe, ook een kapsalon, een manicure- en pedicuresalon, stoombaden en een industriële wasserij worden ingericht…

Men begrijpt dan ook het succes van dit zwembad, het enige olympische bad in een agglomeratie van honderdduizenden inwoners. In een stad met grote sociale verschillen is deze ruimte de enige plek waar de sociale klassen met elkaar vermengd worden en waar, gedurende enkele tientallen jaren, de kinderen van bazen en arbeiders daadwerkelijk met elkaar in contact komen.

Het zwembad sluit in 1985

In verband met de verzwakte staat van het dakgewelf sluit het zwembad zijn deuren, tot groot verdriet van de inwoners van Roubaix, die hier zeer aan gehecht waren. Meer dan vijftig jaar lang werd het zwembad van Roubaix bezocht door talrijke zwemmers uit alle lagen van de bevolking, wat een unieke sociale vermenging opleverde.

Iedereen bevestigt deze gehechtheid en deze warme relatie tussen Roubaix en zijn zwembad. Het gebouw heeft het zeker aan deze genegenheid van de bevolking van Roubaix te danken dat het niet gesloopt werd en vandaag een succesvol museum is, na op briljante wijze door Jean-Paul Philippon gerenoveerd te zijn.

De renovatie van het zwembad tot museum

In mei 1994 koos de jury het ontwerp van Jean-Paul Philippon dat de aanbevelingen en het scenario volgt die ontwikkeld werden in het culturele project dat werd opgesteld door het team voor conservering: “Een solidair museum bouwen”. Dit project respecteerde de ziel van de plek, integreerde de eisen op het gebied van ruimte en conservering voor de collecties en maakte de ontwikkeling mogelijk van de dynamische animatie die het gemeenteteam en het museum wensten. De werkzaamheden vingen aan in januari 1998. Deze eindigden in de herfst van 2001, om het monument een nieuw leven te laten leiden…

Het programma van het museum staat aan de spits van een nieuw museumconcept, gericht op het sociale en economische leven. Het project van Jean-Paul Philippon maakt gebruik van dit object om van de centrale plek van het project, het bassin, een magische ruimte te maken, met nog altijd een waterspiegel, die aan alle scenografieën kan worden aangepast.

Om het hart van het museum te bereiken, speelt de architect met transparantie en wordt, bij iedere stap die men neemt om de plek te ontdekken, een nieuw deel van het geheel zichtbaar.

De ingang bevindt zich in de Avenue Jean Lebas, in een lange bakstenen muur, de voorgevel van de vroegere textielfabriek uitsteeksels en is al een treffend voorsmaakje van het project en de manier waarop het de publieke ruimte inneemt. Maar het gebouw is ook een betekenisvolle vertegenwoordiger van het economische en sociale bouwpatrimonium van de textielstad.

De toegepaste kunsten krijgen een plaats toegewezen in het voormalige zwembad, waarvan de douchecabines en de kleedhokjes tot etalages en kabinetten zijn omgevormd. De collectie schone kunsten volgt een chronologisch en thematisch traject in de vroegere badinrichtingen. De vroegere bar wordt het museumrestaurant en de boetiek neemt zijn intrek in het adembenemende decor van de filterzaal. Het mozaïek met zeedecor van de randen van het bassin bakent iedere, evolutieve, scenografie af, zoals de tuin met decoratieve en monumentale beelden en een Neptunus van zandsteen (Le Lion), een waterornament van veertig meter lang dat bedekt kan worden met een plankenvloer, om hier recepties, exposities, modeshows, enz. te kunnen organiseren. De kloostertuin is ingericht als textielplantentuin (vezels, kleurstoffen, beitsbaden).

In de nieuwe, aangebouwde vertrekken, waarvan het project opnieuw werd toevertrouwd aan Jean-Paul Philippon, wordt er zowel voor de museografische als voor de architecturale kant voor gekozen niet te breken met de stijl van het bestaande museum. Dit is terug te vinden in de keuze van de materialen, het licht en het museummeubilair, met als enige verschil dat de nieuwe uitvoering eenvoudiger en eigentijdser is dan die van het bassin.