Door verder te surfen op deze website, accepteert u het gebruik van cookies om diensten op maat aan te bieden. Meer informatieX
 
FR EN NL

Demandez le programme ! Suivez l'actualité de La Piscine sur notre agenda .


Van lotje getikt? Uitzonderlijke deurkloppers voor de kunstslotenmakerij Fontaine, 1825

18 februari — 21 mei 2023

Gelijklopend met de tentoonstelling Aristide Maillol: Zoektocht naar harmonie blikt het museum van Roubaix ook terug op een uitzonderlijke opdracht waaraan de kunstenaar meewerkte. In 1925 wordt het huis Fontaine et Cie, in 1740 opgericht familiebedrijf in ijzerwaren en decoratief smeedwerk, geleid door de broers Henri-Xavier en Lucien Fontaine. Zij willen de productie vernieuwen en een prestigieus gamma ontwerpen voor een welgestelde en verfijnde elite, en daarvoor schakelen ze vermaarde beeldhouwers in. Tijdens de Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes, in Parijs van 28 april tot 25 oktober 1925, heeft het huis Fontaine een eigen paviljoen, waar het niet alleen “gebruiksvoorwerpen” voorstelt (interieurversieringen van geciseleerd ijzer en brons, verzilverd of verguld – sleutelgatplaten, deurknoppen, draaisloten, spanjoletten, deurklinken, sleutelringen en deurplaten), maar ook “louter decoratieve bronzen stukken die zelfs onder grote beeldhouwkunst vallen”. Met het oog daarop had het huis aan vier meesters – Antoine Bourdelle, Joseph Bernard, Artiste Maillol en Paul Jouve – gevraagd om elk een deurklopper te realiseren, naar het voorbeeld van de bronskunstenaars uit Padua of Venetië.

Twee van deze deurkloppers behoren reeds tot de collectie hedendaagse beeldhouwkunst van La Piscine: in 2018 gaf het Parijse Musée Bourdelle een exemplaar van het door Rudier gegoten Medusahoofd in bewaring en in 2020 kon La Piscine De acrobaten (in verguld brons) van Joseph Bernard aankopen; dit laatste werk was tijdens de aan deze kunstenaar gewijde tentoonstelling, in de zomer van 2021, te zien in de sectie over decoratieve kunst. Beide bronswerken staan gewoonlijk opgesteld in de vitrine gewijd aan de tentoonstelling van 1925, maar zullen voor de gelegenheid te zien zijn naast de deurklopper van Aristide Maillol (zandgegoten door Florentin Godard en uitgeleend door het Musée des Arts Décoratifs van Parijs) en die van Paul Jouve (uitgeleend door het huis Fontaine).

Doordat deze dossiertentoonstelling de aandacht vestigt op de belangstelling van deze beeldhouwers voor het kunstobject en de aanwending ervan in eigentijdse privé-interieurs, wordt eindelijk de figuur van de industrieel Henri Fontaine (1882-1948) in de kijker geplaatst (zijn portret door Édouard Vuillard werd door het Musée d’Orsay in bewaring gegeven aan het Palais des Beaux-Arts van Rijsel). Op aanbeveling van Bourdelle gaf deze industrieel in 1895 Camille Claudel de opdracht om de buste van La Petite Châtelaine te vervaardigen, in de versie “ajour-haar” die in 1996 door het museum van Roubaix werd aangeschaft.

Algemeen commissariaat: Alice Massé en Bruno Gaudichon

De scenografie werd gerealiseerd dankzij de gulle medewerking van verven Tollens.

Zie ook